Leiderschap in de Gemeente van God
Broeder,
Ik heb wat nagedacht over leiderschap in de Gemeente Gods.
De manier waarop er n.l. door “leiders” met het daarmee aan hen verleende of door hen genomen gezag wordt omgegaan blijkt nogal eens erg onvolwassen te zijn, in die zin dat het niet in de Geest van Christus wordt uitgeoefend maar in de geest van de met gezag beklede vleselijke mens.
”Regels” worden dan gehandhaafd “om de regels” i.p.v. om het doel dat ze behoren te dienen of men hanteert ze in een geest die niet die van de HEERE Jezus is, derhalve zonder hartsrelatie met de ander.
Ik heb in het onderstaande een aantal gedachten daarover neergezet. Ik beoog er niemand persoonlijk mee te kwetsen, te bedreigen of te bekritiseren. Ieders inzet in zijn functie is te waarderen. Maar soms wordt er toch wat al te gemakkelijk heen gelopen over de consequenties van leiderschap in Gods Kerk. Soms loopt men dan ook wat te gemakkelijk over zijn naaste heen. Matth. 20:25-28; Mark 10:35-45; Luk 22:24-30; Joh 13:12-17 en 1 Pet 5:1-4 laten toch niets aan duidelijkheid te wensen over!? Het onderstaande moge verder voor zichzelf spreken.
Als we in de gemeente onderscheid gaan maken tussen “leidinggevenden” en “leiding ontvangenden” word ik op grond van inmiddels ruim 50 jaar ervaring met “leidinggevenden” in diverse kerkelijke gemeentes, nogal huiverig. Ik moet dan altijd terugdenken aan de woorden van de HEERE JEZUS in:
Matth. 23:8 “Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden, want EEN is uw Meester, namelijk Christus en GIJ ZIJT ALLEN BROEDERS”,
Matth. 23:10, “Laat u ook geen leidslieden noemen, want EEN is uw Leidsman, de Christus!” en Matth. 23: 12, “En wie zichzelf verhogen zal, die zal vernederd worden en wie zichzelf zal vernederen, die zal verhoogd worden.”
Ik heb ervaren dat “leiderschap” in de kerkelijke gemeente als regel plaats vindt TEN KOSTE VAN WARE BROEDERSCHAP. Het ”leiderschap” meent als vanzelfsprekend met een AMBTELIJKE BENADERING van de leiding ontvangenden te kunnen volstaan en met de introductie van een “GESLOTEN GEBIED” voor niet tot de kring der leidinggevende uitverkorenen behorenden. Men vervalt tot FORMELE OMGANG VANUIT “HET AMBT”, met de “ONDERGESCHIKTEN” of de “HULPVRAGENDEN”. De persoonlijke naastenliefde gaat dan plaats maken voor relatieloze, onpersoonlijke, AMBTELIJKE ZORG. En dat is nu precies den HEERE een GRUWEL! Altijd kom ik dat weer tegen.
Nog een aantal andere teksten wil ik noemen i.v.m. kerkelijk “leiderschap”:
I Sam 8:5-9, “en zij (de oudsten van Israël’) zeiden tot hem (Samuël): Zie, gij zijt oud geworden en uw zonen wandelen niet in uw wegen; stel nu een koning over ons aan om ons te richten, ALS BIJ ALLE ANDERE VOLKEN. Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten, mishaagde dat aan Samuël en hij bad tot de HEERE. De HEERE zeide tot Samuël: “Luister naar het volk, in alles wat zij u zeggen, want niet u hebben zij verworpen, MAAR MIJ HEBBEN ZIJ VERWORPEN, dat IK GEEN KONING OVER HEN ZOU ZIJN. Juist zoals zij gedaan hebben van de dag af, toen Ik hen uit Egypte leidde, tot op de huidige dag, DAT ZIJ MIJ HEBBEN VERLATEN en andere goden gediend, zo doen zij nu ook tegen u. Nu dan, luister naar hen, maar waarschuw hen ernstig en zeg hun aan, hoe het optreden zal zijn van de koning die over hen regeren zal.”
I Sam 8:19, “Het volk weigerde echter naar Samuël te luisteren en zij zeiden:
Neen, TOCH MOET ER EEN KONING OVER ONS ZIJN”.
Ezech 34:15, “Ik zelf zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze doen neerliggen, luidt het woord van de HERE HERE.
Joh 10:14-15,”Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, gelijk mij de Vader kent en Ik de Vader ken en Ik zet mijn leven in voor de schapen.”
Joh 10:4-5, “En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, gaat HIJ voor hen heen en de schapen volgen HEM overmits zij ZIJN stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden”.
Joh 6:45, “Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen DOOR GOD geleerd zijn.”
Joh 8:31-32,”Als gij in MIJN woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrij maken.”
Joh 16:13, “doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal HIJ u de weg wijzen tot de volle waarheid; want HIJ zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort zal Hij spreken.”
II Cor 3:17, “De HEERE nu IS de GEEST, en waar de GEEST des HEEREN is, aldaar is vrijheid.”
I Joh 2:27, “En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar, gelijk ZIJN ZALVING U LEERT OVER ALLE DINGEN en WAARACHTIG IS en GEEN LEUGEN, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft.”
Jer 31:34,”en zij zullen niet meer een iegelijk zijn naaste en een iegelijk zijn broeder leren, zeggende: Kent den HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe”.
Als er eenmaal een TWEELAGENSYSTEEM in een kerk is ontstaan dan heeft dat systeem altijd de neiging te willen blijven bestaan, met als gevolg het tot in lengte van dagen ONMONDIG HOUDEN en BLIJVEN van de onderlaag, zonodig onder dwang. De Heer wil ons echter zo snel mogelijk tot zelfstandigheid en mondigheid in Hem (DOOR HEM in ons!) opvoeden. Hij deed dat Zelf destijds op aarde in ca. 3 1/2 jaar, daarbij gehandicapt in Zijn onderwijs aan Zijn discipelen doordat de Heilige Geest nog niet voor hen gekomen was zoals in Hem, waardoor zij zoveel nog niet terstond konden vatten, maar later pas.
THANS hebben wij ALLEN toegang tot de Heilige Geest, als wij de HEERE JEZUS als Verlosser van onze zonden aanvaard hebben en wij wandelen in Zijn Liefde door het geloof in Hem. Des te meer toegang hebben wij tot God naarmate onze overgave aan Hem in het willen gekruisigd worden met Christus groter is en des te meer toegang zullen wij de Heilige Geest dan tot ons willen en KUNNEN verlenen. Want God verenigt Zich met ons naar de mate van onze liefde tot Hem. Die liefde wordt uitgedrukt in de overgave aan Hem en die overgave aan Hem wordt uitgedrukt in de mate dat wij Hem gehoorzamen IN ZIJN LIEFDE en bereid zijn met Christus gekruisigd te worden. “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij!”
Het TWEELAGENSYSTEEM leidt nooit tot echte VRIJHEID van de individuele leden.
Het TWEELAGENSYSTEEM zal ook nooit prediken dat we met Christus gekruisigd moeten worden en sterven, om vervolgens BLIJVEND uit de GEEST te gaan leven, uit Christus in ons. Want die prediking zou immers direct leiden tot opheffing van dat systeem, omdat dat systeem tegen het Woord van Christus in gaat. Doch als het dat wel zegt te prediken, dan betekent met Christus gekruisigd worden bij HEN: onvoorwaardelijke onderwerping aan het systeem en aan het gezag van haar leiders en leven naar HUN geest en geloven dat alles wat ZIJ zeggen of doen van God komt. De vrije Christus, de INWONENDE HEER, wordt dan opnieuw, IN ONS, door hen gekruisigd.
Toch moeten en zullen er leraars van Godswege zijn in de gemeenten GODS. Maar die zullen altijd het kenmerk dragen van Hebr. 13:8 “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid”. Dat is de TOETS voor LEIDERSCHAP IN DE GEMEENTE GODS. Dáárom staat die tekst er na vers 7! HIJ is immers de LERAAR TER GERECHTIGHEID, vlgs Joël 2:23 en zoals wij boven reeds gezien hebben. Door Zijn Geest leidt en onderwijst Hij ons. Dan worden wij vrij in de zin van Joh 8:36, “Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zult gij waarlijk vrij zijn”. EN DIE LEIDERS VAN GODSWEGE ZULLEN ZICH GEEN LEIDSLIEDEN LATEN NOEMEN.
Werkelijke leraars zijn zelf door GOD geleerd in de praktijk van hun leven. En zoals ouders leraars behoren te zijn voor hun kinderen en ouderen i.h.a. voor jongeren, behoren zij die reeds langer in Christus zijn, leraars te kunnen zijn voor degenen die pas op de weg van het geloof in Jezus zijn, zonder ook maar enige heerschappij of geldingsdrang over hen uit te oefenen. Zie 1 Kor 11:1 en Filipp. 3:17 of 1 Pet 5:1-4.
De ellende begint zodra men aan leraarschap en leiderschap een officiële, ambtelijke status in de gemeente gaat verbinden. Want nu zal de nieuwe leider zich immers te allen tijde WAAR willen maken als leider. HIJ ZAL GEZAG WILLEN ONTLENEN AAN ZIJN AMBT als dat nodig is om zich te kunnen handhaven, etc.. “HIJ IS IMMERS DE DOOR GOD AANGESTELDE LEIDER!”, (moet men geloven) En als hij naast kennis van goed en kwaad (Bijbelkennis) eigenlijk niets heeft, hoe zal hij zich dan anders kunnen handhaven dan alleen in en door zijn ambt(elijke toren)?
Als regel bestaat die man-made bovenlaag zelf weer uit meerdere lagen, met naar boven toe steeds hogere autoriteiten. Het schema van deze aardse piramide wordt trouwens door hen altijd zonder meer doorgetrokken tot in de hemel! Van dit pauselijke, naar de orde van de Babelse toren gebouwde systeem, zegt de Heer in Jeremia 51:26, “en zij zullen uit u geen steen nemen tot een hoek, ook geen steen tot fundament want gij zult tot eeuwige woestheden zijn”. Dat is immers geheel conform Matth. 20:25-28 of Mark 9:34-37!?
Echte, van God gegeven leiders hoeven hun gezag niet te ontlenen aan hun ambtelijke status. De HEERE Zelf is hun gezag. De HEERE IN hen, ZIJN LIEFDE, ZIJN WAARHEID, Zijn DRAAGKRACHT IN HEN, hun van God gegeven en VERWORVEN vermogen TOT LUISTEREN, HUN WERKELIJKE DIENSTBAARHEID IN HET WEZEN VAN JEZUS, ECHT IN HET WEZEN VAN ZIJN NAAM DOOR DE INNERLIJKE EENHEID MET HEM.
Zij zijn ook niet te bedreigen, zodat ze ter bescherming van zichzelf geen ambtelijke toren nodig hebben. De HEERE Zelf is hun burcht en hun STERKTE. Hij is hun voorhoede en hun achterhoede en IN hen Degene Die door niets en niemand te bedreigen is; door wie zou Hij wel te bedreigen zijn? Bij de werkelijk ootmoedige en echte nederige is dat te vinden. Bij echte nederigheid vindt de HEERE Zijn woning, daar voelt Hij Zich thuis. De echte nederige weet zich heel goed te distantiëren van valse nederigheid. Die echte nederige weet dat Jezus Christus in hem is. Want als hij daar NIET ZEKER van zou zijn, zou hij, volgens Paulus, VERWERPELIJK ZIJN (2 Kor 13:5).
De HEERE Jezus, die van Zichzelf zei, dat Hij nederig en zachtmoedig was, beleed ook altijd openlijk dat de Vader in Hem de werken deed, of de woorden sprak of dat Hij zonder Hem niets kon doen. Dat werd Hem dan ook vele malen kwalijk genomen door de “bovenlaag”, … “en men droeg stenen aan…” (Joh 8:59; 10:31).
Wij ALLEN kunnen en BEHOREN ons dat LEVEN door dezelfde Geest eigen te maken. De tegenstander tracht ons dat, net als bij Jezus, te betwisten en te beletten. Die strijd zullen wij door het geloof van en in JEZUS IN ONS, moeten winnen. Zolang wij zelf de aanklager niet hebben overwonnen, die ons tot valse nederigheid wil brengen en daartoe bij voorkeur beschuldigingen van hoogmoed of rebellie aanwendt, zullen wij ook nauwelijks kunnen geloven dat anderen wel overwinnen en we zullen dan ook niet met hen op dat niveau kunnen communiceren. We zullen hen dan een beetje scheef aankijken en als we niet uitkijken zal de NAIJVER ons dan grijpen en als we dan ook nog een ambt bekleden staat de deur wijd open voor religieuze heerszucht en manipulatie.
“Indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak”, zegt Paulus en voegt er meteen de nodige kwalificaties aan toe waaraan een aspirant opziener zich kan toetsen, 1 Tim. 3:1-7. En voorts: “indien iemand zich nu hiervan (n.l. van de ongerechtigheid, 2 Tim 2:19) gereinigd heeft, zal hij een voorwerp zijn met eervolle bestemming, geheiligd, bruikbaar voor de eigenaar, voor iedere goede taak gereed”, 2 Tim. 2:21 (dus niet door een universitaire titel of diploma van een Bijbelschool)!
Gods wijsheid om af te rekenen met het zondeprobleem, met ALLE ZONDE, bestaat uit KRUISDOOD MET JEZUS EN DE WEDERGEBOORTE UIT DE GEEST EN HET WOORD VAN GOD. Waar leraren en leiders niet met Christus gekruisigd worden, resp. zijn, ZULLEN ZIJ EEN VLOEK VOOR DE GEMEENTE ZIJN EN MET HEN, HUN AMBTELIJK APPARAAT. GEMEENTE VAN JEZUS, LET OP UW SAECK!
Als de ”leiding” van de gemeente, die gemeente niet teruggeeft aan JEZUS als Leidsman, als zij bang is om dat te doen uit angst voor controleverlies en uit ongeloof dan zullen zij die ANGST en dat ongeloof over de gemeente brengen, zodat die NIET VRIJ is en men nooit durft handelen zonder de toestemming van de “leiding”. Dan zijn we weer terug bij het Jeruzalem dat beneden is, met haar kinderen in slavernij, terug bij af, een failliete Kerk, Israël dat weigert het beloofde land in te trekken.
Dit wilde ik graag met je delen en ik verneem graag je eerlijke respons.
Hans Smit